Lulu heeft bijna
nog geen last gehad van bijwerkingen van haar chemokuren, tot enkele dagen
geleden. Vlak na haar laatste kuur is de pijn in haar mondje begonnen. Zoals de
dokters voorspeld hadden, heeft ze last van aftjes en ook een rode keel. Dat
verklaart haar huilbuien tijdens het eten en het constant kwijlen. Het doet
waarschijnlijk teveel pijn om haar speeksel door te slikken, ocharme mijn
meisje. Het is echt moeilijk om haar iets te doen eten of drinken want haar smaakzin
is al aangetast en nu nog die muilpijn ook. En alle pijnstillers moeten we
geven via de mond, dus we zitten in een vicieuze cirkel…
Elke maaltijd is
het stressen. Je probeert vanalles, maar ze zegt overal “nee” tegen en maait
het weg met haar armen. Nu en dan laat ze een Tuc-koekje of een stukje
peperkoek toe en een slokje water. Maar ik vrees dat ze die 300 gram die ze
bijgekomen was, snel terug kwijt zal zijn. Ik hoop dat we niet terug binnen
moeten in het ziekenhuis om haar voeding te moeten geven via een draadje. Ik
weet dat dit niet zo erg is, maar toch wil ik alles proberen om dat te
vermijden.
Het is niet
makkelijk, op een bepaald moment moest ik er zelf van wenen. Het voelde aan alsof
het allemaal mijn fout was. We zaten daar, in een ontplofte keuken vol geopende
yoghurtjes, gemorste soepjes, verstoten melkjes en afgewezen broodjes, Lulu te
wenen van het zeer en ik te wenen uit onmacht. Ik wou eerst niet dat Lulu me zo
zag, maar blijkbaar gaf ze er geen betekenis aan en begon ze na een tijdje
gewoon terug te spelen en op mijn rug te kruipen om paardje te rijden. Toen heb
ik mezelf van de vloer geschraapt en samen met haar aan haar avondrituelen
begonnen.