Gisteren om 23u
begonnen we ons wat zorgen te maken omdat we nog steeds geen nieuws hadden over
de operatie. En Lulu was al binnen van 8u. Mijn voorgevoel zei dat ik moest
bellen naar het UZ en inderdaad, Lulu was net uit het operatiekwartier en moest
nog een nieuwe ademhalingstube krijgen. Binnen een kwartier mochten we haar
zien.
Ik was helemaal
vergeten hoe zwaar de sfeer op intensieve zorgen wel is. Buiten op de bank een
huilende moeder en de rest van de familie doodstil te wachten in de wachtzaal.
Dat is daar dagelijkse kost. Eventjes verdwenen mijn gedachten naar die
afschuwelijke eerste weken van Lulu’s opname. Maar toen dacht ik : been there,
done that, nu is het anders. Nu waren we op weg naar goed nieuws. Zoals de
chirurg voorspeld had, heeft hij bijna alles kunnen wegnemen. Alleen aan één
zijde was de tumor nog te diep in de kleine hersenen ingegroeid en daar heeft
hij wat moeten laten zitten. Maar voor de rest was de grens gezond-ongezond
weefsel vrij duidelijk en heeft hij dat mooi kunnen verwijderen. Ik moet me nu
blij voelen, maar “blij” zit nog even in een kastje totdat Lulu weer kan
lachen. Voorlopig slaapt ze nog veel, haar knuffels in de hand, nu en dan doet
ze haar oogjes open om een keer te wijzen naar iets. Dat ze maar snel
recupereert en de wereld weer verder kan ontdekken.
Lulu,
ik wacht op jou,
liefste schat,
als je wakker
bent,
zal ik er zijn,
samen met papa.