Vandaag
binnengegaan en haar bloed is ok, ze mag kuren. We zitten nu aan de helft van
haar chemotherapie. Ze heeft twee kuren achter de rug en nu zullen er nog eens
twee volgen. Ik weet niet of ik blij of bang moet zijn. Blij omdat het al zo goed
is verlopen of bang omdat de scan dichterbij komt. De scan waar we op gaan zien
wat de chemo heeft gedaan of niet gedaan heeft.
Voor mij mogen we hier
nog even blijven steken. Je weet wel, het is zomer, de temperaturen zijn zalig,
zelfs een regendag ruikt fris en geeft energie, alles ziet groen, Lulu geniet
zo hard van onze tuin, ze zou uren in haar schommeltje kunnen zitten, we mogen
op de trampoline van de buren, de grootouders komen vaak helpen zodat we nu en
dan een stukje van ons sociaal leven terug kunnen oppikken, we blijven tijd
maken om lekker te eten en vooral Lulu merkt bijna niks van haar therapie en ze
ziet mama en papa veel meer dan alle andere kindjes van de crèche. Voor haar is
er niks aan de hand. Ze blijft zelfs haar haartjes kammen die er niet meer
zijn. Haar pleister op de borst is een stukje van haar lichaam geworden. Dat
het ten strengste verboden is van gras, aarde en slakken in haar mond te
steken, begint ze al een beetje beter te aanvaarden. En dat ze elke week in het
kasteel van de witte prinsessen zich moet laten verzorgen blijft nog steeds een
avontuur, maar het ijs wordt steeds sneller en sneller gebroken.
Ik vrees de scan, maar hoop ook heel hard. De hoop is
soms zo groot dat het al waarheid geworden is in mijn hoofd. Ja, Lulu zal
genezen, ja, ze zal een normale jeugd hebben en ja, ze zal hier niks meer van
herinneren. Ze zal deze blog moeten lezen om te weten wat ze allemaal heeft doorgemaakt. Dus Lulu, als je ergens in je toekomst dit aan het lezen bent,
weet dan dat je het mooiste wonder bent dat er bestaat. En ik ben blij dat ik
je mama mag zijn. X
Met dank aan tante Sofie voor het zalige petje!